In mijn vorige blog schreef ik over de reis die ik ga maken met School at Sea: in 6 maanden tijd met een zeilend ‘tall ship’ een reis maken naar het Caribisch gebied. Tijdens die reis volg ik mijn gewone schoolprogramma, maar verder is er ook allerlei leerzame uitwisseling met de culturen in de verschillende Caribische landen.

Om die reis te kunnen betalen ben ik een paar maanden geleden begonnen met werken. Ik werk bij het Archeon in Alphen aan den Rijn. Daar ben ik archeotolk. Tijdens mijn werk loop ik in middeleeuwse kleren en op klompen. Ik leg aan de bezoekers allerlei dingen uit over het leven van rond het jaar 1350. Ik heb mij inmiddels een beetje gespecialiseerd in het bakken van brood. Van een professionele bakker heb ik wat handige dingetjes geleerd over brood bakken. In die tijd werd er nog geen gist gebruikt, dus al het brood is zuurdesembrood. Verder heb ik geleerd om de oven te stoken. Die oven werkt natuurlijk op hout, want in de middeleeuwen was er geen gas, elektriciteit of lucifers. Ik maak dus vuur met een vuurslag en tondel. Daarmee steek ik wat stro aan, dat op zijn beurt ervoor zorgt dat de grote takken ontvlammen. Door alles ongeveer één tot anderhalf uur te laten branden worden de stenen van de oven letterlijk witheet. Dan haal ik de takken uit de oven halen en doe het brood erin. Na een minuut of 30 heb je dan heerlijk versgebakken brood. Wel goed oppassen dat het niet aanbrandt. Dat betekent de tijd in de gaten houden (zonder horloge!) en af en toe in de oven kijken. Ik vind het geweldig om zo’n oud ambacht te leren. Zonder stroom en andere moderne zaken, kun je toch leven. In veel ontwikkelingslanden werken de mensen ook nog zo. Heel leerzaam om te ervaren hoe dat is.